Kamer wil in vuurwerkdebat ‘niet zwichten voor hufters’
5 februari 2020Gaan alleen knalvuurwerk en vuurpijlen in de ban, of is het ook over en sluiten voor de sierpotten? Over die vraag debatteerde de Tweede Kamer woensdagmiddag. Het kabinet neigt naar het eerste, terwijl GroenLinks en de Partij voor de Dieren een wetsvoorstel indienen dat alles verbiedt.
Met uit wanhoop geheven handen loopt Frank Wassenberg terug naar zijn zetel. Wat het Tweede Kamerlid van de Partij voor de Dieren ook inbrengt – over de zwaar verminkte gezichten van vuurwerkslachtoffers, en dat meer dan de helft van hun oogletsel wordt veroorzaakt door potten en ander siervuurwerk – Dilan Yeşilgöz geeft geen sjoege.
‘We proberen een balans te vinden’, blijft de VVD’er zeggen. En dat betekent dat van de ‘miljoenen Nederlanders’ die zich wel kunnen gedragen tijdens de jaarwisseling niet al het vuurwerk in één ruk mag worden afgepakt. Ook niet als oogartsen beweren dat alleen een totaalverbod echt iets oplost.
De scène was een treffende samenvatting van het debat van woensdag over de jaarwisseling. De laatste editie ontaardde opnieuw in chaos, met miljoenen aan materiële schade, vele belaagde hulpverleners, bijna 1.300 vuurwerkgewonden en, indirect, twee doden door de flatbrand in Arnhem. Het waren het soort incidenten dat inmiddels vast onderdeel is van de traditie, naast bepoedersuikerde oliebollen en de oudejaarsconference.
Moet feest blijven
In de dagen na de jaarwisseling bleek al dat CDA en VVD, de coalitiepartijen die zich jarenlang opwierpen als hoeders van het vuurwerkfeestje, een (gedeeltelijk) verbod dit keer moeilijk konden tegenhouden. Afgelopen vrijdag kwam het kabinet dan officieel met het plan om nog voor de komende Oud en Nieuw knalvuurwerk en vuurpijlen te verbieden, daarmee het advies volgend van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV).
Siervuurwerk mag wél blijven, om, zoals CDA-Kamerlid Chris van Dam het woensdag verwoordde, niet ‘in drie seconden van 0 naar 100’ te gaan. Een opvatting die botste met het wetsvoorstel dat GroenLinks en de Partij voor de Dieren woensdag presenteerden om een totaalverbod te regelen. Alleen bij hoge uitzondering zou het kabinet nog zwaarder vuurwerk dan sterretjes en knalerwten mogen vrijgeven, stelden zij, een idee dat op de warme steun kon rekenen van Denk, SGP en 50Plus.
Helaas voor Wassenberg en GroenLinksleider Jesse Klaver bleef het bij dat selecte groepje. Van de coalitiepartijen toonde alleen de ChristenUnie sympathie voor het oppositieplan, al wilde die partij dat siervuurwerk nog wel mag worden afgestoken door daarvoor op te richten vuurwerkclubs. De rest van de coalitie hield de gelederen woensdag gesloten, omdat het, zoals Monica den Boer (D66) stelde, ‘wel een feest moet blijven’.
Haar woorden schoten Klaver in het verkeerde keelgat. ‘Ik kan me bijna niet voorstellen dat u dit zelf gelooft. Dit is een compromis uit het kabinet, maar verdedig het dan ook als zodanig.’
De opmerkelijkste bijdrage kwam van Lilian Helder (PVV), die in oktober verzuchtte dat ze veel voor een vuurwerkverbod voelde, maar haar fractie niet kon overhalen. Vier maanden later is Helder ‘niet overtuigd’ van het deelverbod van het kabinet. ‘Ik ben niet teruggefloten door mijn fractie’, zei ze, zonder dat iemand dat had beweerd.
Zwichten voor hufters
Eendrachtig waren coalitie- en oppositiepartijen in hun verlangen naar een betere handhaving van de wetten en regels in de oudejaarsnacht. Zonder grotere controle zet een verbod weinig zoden aan de dijk, erkende minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid). Hij werkt de komende maanden aan een ‘handhavingsplan’. Grapperhaus sprak de wens uit van een betere samenwerking met Duitsland en België, waar veel van het illegale vuurwerk wordt ingekocht, en steekproefsgewijze controles aan de grens. Ook moeten agenten en boa’s zich meer dan nu in de wijken laten zien.
Dat het kabinet zo ver moet gaan om de oudejaarsnacht te redden, is ‘zwichten voor de hufterigheid’ van ‘klootzakken op brommertjes’, verwoordde Ronald van Raak (SP) een breder gedeeld gevoel. Zijn partij steunt een deelverbod, zonder de illusie dat de hufterigheid daarmee verdwijnt. ‘Klootzakken blijven klootzakken.’