Burgemeester: Minder vuurwerkwinkels om afsteekverbod te kunnen handhaven
11 februari 2020Door het aantal vuurwerkwinkels in Amsterdam versneld terug te dringen, moet een afsteekverbod van vuurwerk beter te handhaven zijn.
Dat staat in een ‘routeplanner’ van burgemeester Femke Halsema, op weg naar een algeheel vuurwerkverbod in Amsterdam, die zij dinsdag naar de gemeenteraad heeft gestuurd.
Na de laatste, rumoerig verlopen jaarwisseling, ontstond er in heel Nederland een brede roep om vuurwerk te verbieden. Ook in Amsterdam was hier een politieke meerderheid voor te vinden.
Verbod
Inmiddels is duidelijk dat het kabinet nog dit jaar een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen gaat doorvoeren, maar de gemeenteraden van diverse grote steden willen veel sneller gaan. In opdracht van de raad gaat burgemeester Halsema een algeheel afsteekverbod van vuurwerk opnemen in de APV, de plaatselijke regelgeving, dat in 2020 van kracht moet worden.
Halsema waarschuwt tegelijkertijd dat er meer moet gebeuren, want als vuurwerk ondanks een afsteekverbod wel gewoon verkocht mag worden, zal dit nauwelijks te handhaven zijn.
Aanbieders terugdringen
Daarom wil de burgemeester de beschikbaarheid van vuurwerk verminderen “In overleg met onder meer de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (die vergunningen uitgeeft, red.) wordt in kaart gebracht hoe we gefaseerd tot een afbouw van het aantal vuurwerkverkooppunten in de stad kunnen komen,” schrijft zij. Momenteel wordt er ruwweg één vuurwerkwinkel per 20.000 inwoners vergund. Het is nog niet duidelijk hoe Halsema het aantal aanbieders wil terugdringen.
Ook vraagt ze de gemeenteraad om meer budget, zodat er her en der in de stad alternatieve aftelmomenten georganiseerd kunnen worden. De gedachte is dat jongeren die nu overlast veroorzaken met vuurwerk, bij de komende jaarwisseling op verschillende locaties iets te doen moeten hebben. Een centrale vuurwerkshow, maar ook muziek- en cabaretvoorstellingen of tradities zoals het verbranden van kerstbomen in Floradorp worden genoemd. Volgens Halsema is het huidige budget van 400.000 euro ‘bij lange na’ niet genoeg om alternatieven op te zetten.