Column: Vuurwerkloosheid

Column: Vuurwerkloosheid

7 februari 2020 Uit Door Arjan

Je bent geen rund als je met vuurwerk stunt. Koeien doen dat nou eenmaal niet. Die staan gewoon in een wei zich stierlijk te vervelen. Net als puberjongens op school. Al houden die wel van stunten en van vuurwerk. Waarom eigenlijk?

Simpel: kinderen, en speciaal jongens, vinden niets leuker dan nieuwe dingen uitproberen. Lekker knoeien met materialen. Laten zien wat je durft en wat je kunt, en belerende volwassenen verrassen en uittesten. Rennen, schreeuwen, lachen, uitpuffen, overleggen, sluipen, vechten, juichen, en af en toe een beetje balen. Samen stoer in groepen grenzen verleggen. Vuurwerk is bijna ideaal spul daarbij: gevaarlijk spannend, met spectaculaire geluid- en lichteffecten, bijzonder maar toch betaalbaar. Al spelend met vuur maak je imponerende krachten vrij.

En, niet onbelangrijk: het is een van de laatste toegelaten stoer-doen-activiteiten in de openbare ruimte. Nederland is inmiddels zo dichtgeregeld dat plekken om fikkie te stoken, soldaatje te spelen, boomhutten te bouwen, met brommers te crossen en met water te knoeien voor de meeste kinderen buiten bereik gekomen zijn. En als ze het toch proberen, worden ze direct afgekapt en afgestraft wegens overlast, gevaar, milieuvervuiling en verkeershinder. Traditionele jaarlijkse stuntmomenten als 1-april, Koningsdag, luilakviering, carnaval en kerstboominzameling zijn voor jongeren grotendeels uit beeld geraakt, waardoor oud en nieuw nu eenzaam piekt.

Al is dat inmiddels ook over het hoogtepunt heen, nu het opbouwen van vuurstapels ‘gebrandweerd’ wordt. Dat was voor de jeugdige doeners een leuke klus: overal oud hout weghalen, lekker sjouwen en bouwen, wedijveren om de hoogste bult, positieve aandacht krijgen als de hele buurt bewonderend naar je opkijkt, met een gloedvolle vlammenzee als stralende afsluiting. Tot echter eenmaal de wind uit de verkeerde hoek waait, en het voor de wijk een onaangename verassing dreigt te worden: dan is ook dat feest weer finito.

Het nu afgekondigde vuurwerkverbod past prima in de typisch Nederlandse traditie om jaarlijks met de beste bedoelingen weer een aantal dingen te verbieden. Natuurlijk is kruit gevaarlijk, ongezond en vies. Beetje apart is dan wel dat als compensatie het organiseren van centrale vuurwerkshows wordt voorgesteld. De totale hoeveelheid troep zal minder zijn, maar het professionele vuurwerk is net zo vervuilend als het consumentenspul. Veel van de politiek correcte milieu- en veiligheidsmaatregelen leiden er in de praktijk toe dat de gewone man steeds minder zelf mag doen behalve meer betalen. Zo ook hier: niet meer zelf bepalen of je meedoet maar via heffingen meebetalen aan de vuurwerkshow. Waarbij je dan op gepaste afstand van de vip-tribune mag staan toekijken hoe anderen het beter doen. En buiten de grote steden in de Randstad zal weer minder te zien zijn, zodat populisten daar de achterstandsgevoelens verder kunnen opstoken. Steeds maar zaken verbieden maakt mensen recalcitrant. Het stemvee houdt er niet van gekoeioneerd te worden.

Van christelijke politiek mag meer worden verwacht. Wie tegen genderideologie gekant is, zal de jeugd ook ruimte bieden om zich als jongen of meisje te ontwikkelen. Dan valt er uiteraard meer te kiezen dan vuurwerk of borduurwerk. Experimenteren met natuur en techniek is geen zonde maar gezond. Veel beter dan vluchten in games. Natuurorganisaties zijn er inmiddels ook achter dat, als je jongeren verbiedt buiten de paden te lopen, ze een hekel aan bossen krijgen. Ze leggen nu struingebieden aan.

Wil je als samenleving tekorten aan chemici, brandweerspecialisten en defensiemedewerkers bestrijden? Dan moet je jongeren op speelse wijze laten kennismaken met de explosieve basisbeginselen van het vakgebied. Dat laatste kan inmiddels ook milieuvriendelijk met waterstof: dat heet niet voor niets knalgas. Zo’n verduurzaming van de vastgelopen vuurwerktraditie brengt nieuw perspectief. Met vuurwerkbril en oordoppen en enige voorzichtigheid kunnen dan schone knallen en heldere vlammen gemaakt worden. Maar hou rekening met de naaste: stunt niet bij een rund.

BRON